Pols en hand

Klachten in de pols en hand kunnen te maken hebben met een carpaal tunnel syndroom, een dislocatie van één van de pols of handbotjes of een ontsteking van de peesschede van een vinger of van meerdere vingers.

Klachten kunnen bijvoorbeeld zijn

• Pijn rondom de pols en hand
• Pols en hand/vingers kunt u minder goed bewegen
• Geen steun kunnen nemen op de hand
• Verdikking van de pols
• Moeite met het open draaien van flessen en potten
• Spullen uit uw handen laten vallen.

De klachten kunnen samen gaan met tintelingen in de vingers, gevoel van verminderde kracht in de hand en/of een gevoel van instabiliteit in de pols.

Klachten kunnen te wijten zijn aan

• Ongeval
• Over- of onderbelasting
• Herhaling van dezelfde beweging (door o.a. werk)
• Uitvoeren van een verkeerde beweging
• Indirecte oorzaak als gevolg van klachten aan de elleboog, schouder of nek.